Oh Glanerbrug! “Stilte”
Hij verliet, zoals hij dit al jarenlang had gedaan, in alle vroegte het bescheiden onderkomen aan de Veldstraat. Die dag in februari van 2013 ging hij op weg naar zijn werk. Het werk dat hij al vele, vele jaren had verricht met zorg en aandacht. Zonder veel ophef ook want een praatjesmaker of aandachtstrekker was hij zeker niet. Toen het werk laat op de middag was gedaan, reed hij terug naar huis. En op die weg, terug naar zijn dierbaren en naar zijn geliefde stek aan de Veldstraat, overviel het noodlot hem met grote kracht. Hij zou zijn straat, zijn huis en …zijn dierbaren niet terugzien. De buurt zou een behulpzame en rustige buurman niet terugzien. Zijn gezin de bedaarde, zorgzame man en vader niet. Nooit meer.
Af en toe zag ik hem op zijn oude motor door het dorp rijden. Een motor die hij met veel zorg en liefde onderhield en altijd stak hij dan de hand op bij wijze van groet. De dierbaarste herinneringen aan deze vriendelijke man zijn gekoppeld aan dat oer-Twentse instrument: de midwinterhoorn. Zodra de Adventstijd was aangebroken, nam hij zijn hoorn. Ik heb hem gezien en horen spelen toen hij voor de deur van zijn huis de winterlucht vulde met sfeervolle klanken van dat grote blaasinstrument. Zijn vrouw stond wat achter hem en keek vol bewondering naar hem op. Het kwam ook voor dat zijn demonstratie niet beperkt bleef tot de plaats voor zijn huis, maar dat hij door de Veldstraat naar de Gronausestraat liep en daar op de hoek “nen oal’n roop” liet klinken. Niet om op te vallen of omdat hij zo nodig aandacht wilde. Integendeel. Daar was hij helemaal de man niet naar. Misschien deed hij het vooral omdat het zo perfect paste bij traditie en cultuur van het oude land. Het oude land dat hij koesterde en aan de cultuur waarvan hij op deze manier een waardevolle bijdrage kon leveren.
Ook in de kersttijd voor zijn noodlottig ongeval heb ik hem nog gehoord, niet wetend dat dit voor het laatst zou zijn. En dat stemt ook na al die jaren nog steeds droef. Het is stiller geworden in de Veldstraat rond Kerstmis. De buurt doet het zonder de klanken van dat machtige instrument, voortgebracht door een bescheiden buurtbewoner. Een markante buurtbewoner die nu enkel voortleeft in de harten van zijn dierbaren en in de herinneringen van menig Glanerbrugger.
Het dorp is er nog steeds een beetje stil van.