Oh Glanerbrug!
“Sigaren Willie”
Willie heette eigenlijk Wilhelm, maar dat kwam ik pas veel later te weten. Dat hij Duitse wortels had was wel te horen, maar over zijn achtergronden ben ik pas veel later iets te weten gekomen. Willie Baumeister hoorde voor mijn gevoel bij die kleine tabakszaak aan de Kerkstraat. Het winkeltje was meer een voorkamertje, zoals er ooit vele winkeltjes in ons dorp stonden. Als de winkelbel klingelde, kwam Willie van achter om de klanten te woord te staan. Het rook er zoals je dat van een tabakszaak mag verwachten. Zelf kwam ik er slechts af en toe omdat de rookwaar niet aan mij besteed was, maar Willie had een grote kring van trouwe afnemers. Mijn aankopen bij Baumeister beperkten zich in de regel tot snoepgoed en een doodenkele keer wat rookwaar dat als cadeau diende. Willie was een klein mannetje dat in de winkel vaak een wat gejaagde indruk maakte. Een druk en bezig baasje, maar zeker niet onvriendelijk tegenover de klanten. Integendeel. Maar zo zat hij nu eenmaal in elkaar.
Mevrouw Baumeister was al een tijd geleden gestorven en wellicht dat dit gemis de oude winkelier af en toe parten speelde. Hij liet zich daarover niet uit. De winkel van Willie behoorde tot het Glanerbrugse erfgoed: een piepkleine zaak in de voorkamer van een woning. Zoals er –zeker voor de oorlog en ook nog vlak daarna- tallozen waren in ons dorp. Uit de nood geboren om extra inkomsten binnen te halen.
Eind jaren ’70 vertrok Willie met het gezin van zijn dochter uit ons dorp om in Denekamp neer te strijken en daar van een welverdiende rust te genieten. Zijn zaak werd overgenomen door een joviale jonge ondernemer die nog een aantal jaren sigaren en tabak in het winkeltje aan de Kerkstraat bleef verkopen. Maar het winkeltje werd te klein voor de plannen van de ondernemer. Hij sloeg zijn vleugels uit en betrok een groter pand aan de Gronausestraat. Het winkeltje werd weer wat het oorspronkelijk moet zijn geweest: de voorkamer van een woning.
Willie Baumeister kwam ook na zijn verhuizing zo af en toe nog in Glanerbrug. Voor een bezoek aan de laatste rustplaats van zijn vrouw wellicht. Of voor het bijwonen van een wedstrijd op Het Zoutendijk in het gezelschap van zijn schoonzoon. Op die zomerse julidag van 1996 kwam hij voor het laatst naar Glanerbrug om er nu voor altijd te blijven. Hij rust naast zijn vrouw op het kerkhof aan de Kerkstraat. Dezelfde straat waaraan hij zoveel jaren heeft gewoond en waar zijn winkel jarenlang een trefpunt van rooklustigen en andere klanten was.