Oh Glanerbrug!
    De oude schoenmaker

Wie Pinokkio was, weet ieder kind. De naam van zijn schepper is minder bekend. De beste man heette Gepetto; een Italiaanse schoenlapper die bij gebrek aan menselijk gezelschap zijn houten pop maakte. Het houten ding kwam tot leven en bezorgde zijn arme vader vele hoofdbrekens. Maar, zoals zo vaak in sprookjes, was het ook hier: eind goed, al goed.
In het Glanerbrug van eens was een man die me vaak aan Gepetto deed denken. Niet vanwege zijn kin­deren. Integendeel zelfs. Meer vanwege zijn uitstraling. De Glanerbrugse Gepetto was schoenmaker. Hij kon net als zijn Italiaanse makker zo vol vertrouwen over de rand van zijn brillenglazen kijken, dat je er als vanzelf rustig van werd. Onze Gepetto had wel een Italiaanse achternaam: Philippi. Zijn Zuid-Europese wortels waren in de Oost-Nederlandse zandgronden verankerd geraakt en aan de Dr. Stamstraat stond zijn werkplaats. In de voorkamer stond de toonbank en daarnaast stonden alle schoenen en laarzen die gereed waren.
Als je de zaak binnenstapte, rook je de geur van pas gepoetste schoenen. Service van de zaak: schoenen netjes gepoetst afleveren. Vanuit de woonkamer kwam meestal de vrouw des huizes om de schoenen in ontvangst te nemen. En ook zij was een en al rust. Onverstoorbaar, alsof alle stormen van het leven haar al waren voorbijgegaan. Soms nam ze vanuit de woonkamer de geur van boontjes die op het vuur stonden mee naar de winkel. Soms ook niet Op de afgesproken dag stonden de schoenen dan klaar en met een tevreden gezicht werden ze overhandigd. De oude baas vertelde dan wat hij had gedaan en na een kort praatje was het bezoek weer afgelopen. Een keer ben ik in de werkplaats geweest Een schoenmakerswerk­plaats zoals die hoort te zijn. Vol, maar overzichtelijk en netjes. Het rook er zoals het daar moet ruiken; naar lijm. De stofjas van Philippi vertoonde uitgeharde lijmresten. Niet dat de beste man een viespeuk was. Geenszins, de jas was vrijwel altijd netjes gestreken. Maar lijmresten …. Ook in de werkplaats heerste dezelfde rust als in de winkel. Geen muziek op de achtergrond. De man had blijkbaar genoeg aan zijn eigen gedachten. Philippi is “uut de tied komm’n”. Zijn vrouw al jaren voor hem. De winkel aan de Dr. Stamstraat is niet meer. Ook “uut de tied komm’n”; uit onze tijd. Uit een tijd waarin efficiency en gejaagdheid de boven­toon voeren.
Glanerbrug komt langzaam, maar onafwendbaar “uut de tied”! Jammer.