Oh Glanerbrug!
De Schillenman
De schillenman. Zo noem ik hem, omdat zijn naam er nu even niet toe doet. Op de zaterdagmorgen zag ik hem vaak door ons dorp fietsen. Op een ouderwetse fiets. Aan het stuur van die fiets twee grote achteruitkijkspiegels. Alhoewel ik hem ook wel eens zag met maar één spiegel aan het stuur, maar dat kan aan mij gelegen hebben. Achter de fiets hobbelde een karretje dat onze vriend duidelijk zelf in elkaar gespijkerd had. Hij had een vaste route met even zo vaste klanten waar hij schillen en oud brood ophaalde. Zo af en toe zag ik hem een praatje maken. Niet te lang, want de “kar mot voort!” Het riep steeds weer vertedering op. Al die klanten die schillen en brood bewaarden, terwijl dit met evenveel gemak in de groene Otto gaat. Ze deden het dus ook voor hem.
En dan natuurlijk die schillenman zelf. Ik had geen idee hoe oud hij zou kunnen zijn, maar weer of geen weer, hij fietste zijn ronde. Zijn gezicht stond meestal zo ernstig alsof hij een taak vervulde die van het grootste belang was voor de wereldvrede. En misschien was dat ook wel zo. Misschien was zijn opvatting van plicht en van trouw wel een voorbeeld voor ieder mens. Misschien. Hij deed in ieder geval zijn werk ook zonder iemand of iets te na te komen en ik kon me ook absoluut niet voorstellen dat hij rijk werd van dergelijke rondes. Maar dat maakte hem blijkbaar niet uit. Al jarenlang niet, want hij trapte gewoon zijn rondje. Hij leek me -en dat maakte misschien nog de meeste indruk- afkomstig uit een tijd waarin bij ons in de buurt groenteman Corrie Slotboom, melkboer Herman Leemrijze en bakker Albert Gering huis aan huis gingen. Uit de tijd waarin de kruidenier voor in de week het boodschappenboekje ophaalde om vervolgens een doos met voorraden op vrijdag af te leveren. En meestal zat er dan een rolletje drop in ”veur de kinder”. Een tijd waarin het menselijk contact op prijs werd gesteld. Waarin er nog tijd was voor elkaar.
Misschien was de verdwaaldheid in de tijd van onze schillenman ook wel de reden voor zijn in zichzelf gekeerde houding en de wat onzekere blik. Hij paste eigenlijk niet in een tijd waarin macht, snelheid van handelen en geld de boventoon voeren en misschien was dat de reden voor mijn vertedering. Helaas heeft de tijd ook deze markante en bescheiden dorpsbewoner ingehaald en ons dorp daardoor van een beetje kleur beroofd.