Oh Glanerbrug!
“Terug in de tijd”
Tijdens een wandeling door de aloude Bentstraat overviel het me ineens; een gevoel van weemoed. De Bentstraat, tenminste het stuk dat ik bedoel, staat synoniem voor een lang vervlogen tijd. De tijd van intense rust. Rust die ik als kind ondervond tijdens spaarzame boodschappen naar het piepkleine winkeltje van de gezusters Oonk. Nou gezusters? Eigenlijk was het alleen Bertha Oonk die het winkeltje in manufacturen beheerde. Haar zuster heb ik nooit gezien. Die was misschien allang “uut de tied komm “, maar Bertha was er al sinds mensenheugenis aan het werk. Voor mijn gevoel. Van mijn moeder mocht ik er soms naar toe. Voor een bol wol, een klosje garen, een paar knopen. Dat soort werk. Geld meenemen was eigenlijk niet nodig, want Bertha schreef het wel op. Met een potlood in een groot boek. Moeder kon dan later wel komen afrekenen. Van Bertha ging een intense rust en tevredenheid uit. Achter haar brillenglazen straalden een paar vriendelijke ogen, die belangstellend iedere klant aankeken. Op welk tijdstip ook nooit oogde ze gehaast of geërgerd. Het was zo’n vrouwtje waarvan je het gevoel hebt dat ze de hele dag in haar leunstoel geniet van een vers gezet kopje thee met een biscuitje erbij dat ze af en toe in haar thee stipt. Als dan het winkelbelletje rinkelde, verliet ze haar stoel om iedere klant, hoe klein ook, even rustig en vriendelijk te woord te staan. En als ik dan mijn vraag had voorgelegd, dan zocht ze in het winkeltje dat zeker niet groter was dan een flinke woonkamer naar het gevraagde. Ondertussen keek ik rond. Alles even geordend en even netjes. Het rook er lekker. En als Bertha het gevraagde had gevonden, het bedrag had bijgeschreven in het grote boek, dan pakte ze van onder de toonbank een snoepbusje en hield het me voor. Altijd zaten er dezelfde snoepjes in: zachte schuimpjes. Passend.
Ik denk nu, jaren later, wel vaak dat Bertha een vrede en rust in haar leven had gevonden waarop je alleen maar jaloers kunt zijn. Of er met volle teugen van kunt genieten, als je er oog voor hebt.
Het winkeltje bestaat al vele jaren niet meer. De winkeldeur en de winkelruit met het fraaie opschrift van “Gezusters Oonk” heeft plaatsgemaakt voor een eigentijdsere gevel. Ik misgun de huidige bewoners hun onderkomen in het geheel niet, maar soms heb ik heimwee naar dat piepkleine winkeltje met die intens vredige oude dame. Dan wil ik weer als kind het belletje horen klingelen en opnieuw een zacht schuimpje uit het busje pakken.