In november verschijnt “Van vlakbijl tot internet”, het nieuwe boek van de Historische Kring Glanerbrug. Daarin is ook een plek ingeruimd voor de eerste huisarts van Glanerbrug, Cornelis Stam. Hieronder het verhaal van die sociaal bewogen man naar wie in 1934 in het dorp een straat is vernoemd.
Cor Stam, huisarts te Glanerbrug
In de zomer van 1903 komt een pas getrouwd echtpaar uit de gemeente Zijpe in Noord-Holland aan in Glanerbrug. Cornelis Stam heeft besloten om zich in het snel groeiende dorp te vestigen als huisarts en dat voornemen heeft hij in juni 1903 aan het gemeentebestuur van Lonneker (waar Glanerbrug dan onder valt) laten weten. Dagblad Tubantia van 1 juli schrijft daarover:
“Voorgelezen werd een schrijven van den heer C.Stam, arts te Amsterdam, waarin hij meedeelt zich te Glanerbrug te zullen vestigen.”
Stam zal zeker niet over één nacht ijs zijn gegaan en heeft zich een beeld kunnen vormen van zijn nieuwe woonplaats. Een beeld dat bepaald niet rooskleurig kan zijn geweest. Cornelis’ vrouw, Theodora Stam-Leibrandt, vertelt jaren later wat zij zich nog van Glanerbrug aan het begin van de 20e eeuw herinnert:
“Een dorp met veel geweld, vechtpartijen dronkenschap en zelfs een moord, waarbij mijn man “geneeskundige hulp” verleende.”
Het beeld dat Theodora schetst wordt bevestigd in een brochure van de Hervormde Evangelisatievereniging uit 1900 waarin staat:
“Glanerbrug, een snel verrezen dorp, vóór 15 jaar stond er één enkel huis, thans wonen er 3000 menschen, Friezen, Hollanders, Geldersen zowel als Zeeuwen. Er is onder deze gemengde bevolking -is het anders te verwachten?- veel onverschilligheid, vulgair socialisme en zedeloosheid.”
Hoe Stam er toe is gekomen om zich zo ver van familie, vrienden en bekenden uitgerekend in Glanerbrug te vestigen, is niet bekend. Maar hij komt en zal in de acht jaren die hij werkzaam is veel goed werk verrichten.
Cornelis Stam wordt op 31 januari 1870 geboren in het Noord-Hollandse Zijpe in een gezin met acht kinderen. Vader Pieter Stam heeft er een koffiehuis met winkel, een kaashandel, een scheepssloperij en het postagentschap. De oudste zoons nemen delen van de zaak over, maar Cornelis is dat absoluut niet van plan; hij gaat naar de universiteit om geneeskunde te studeren en wordt huisarts. Na zijn studie besluit hij om zich in Glanerbrug te vestigen en daar betrekken Cornelis en Theodora een eenvoudige woning aan de Tolweg.
De 33-jarige huisarts heeft over gebrek aan werk niet te klagen. Glanerbrug telt in die periode zo’n 4000 inwoners en die kunnen allemaal een beroep doen op de enige huisarts in het dorp. Behalve als huisarts wordt Stam in 1907 ook nog benoemd tot schoolarts voor de gemeente Lonneker en wordt van hem verwacht om “vaccinatiën” te zetten. Veel tijd en energie vergen ook vechtpartijen en bedrijfsongevallen. Daarvoor wordt Stam bij nacht en ontij uit zijn bed gehaald om geneeskundige hulp te verlenen. Een kleine greep uit krantenberichten bewijst waarvoor Stam te hulp geroepen wordt: een ongelukje met een vuurwapen dat per ongeluk afgaat en een persoon verwond, een zware vechtpartij vlak over de grens met een ernstig gewonde, een werknemer van textielfabriek Eilermark die bekneld raakt tussen een wagon met steenkool en het ketelhuis waarbij het slachtoffer helaas onderweg naar het ziekenhuis overlijdt en zelfs een heuse moordaanslag.
Maar gelukkig betreft dit uitzonderingen en bestaat het overgrote deel van de medische handelingen die Stam verricht uit spreekuren, huisbezoeken, bevallingen en het uitschrijven van recepten voor medicijnen. Alsof dat allemaal al niet genoeg is, ziet Stam ook nog gelegenheid om in het maatschappelijke leven een rol te spelen. In 1905 maakt hij zich met andere inwoners van het dorp sterk om Glanerbrug weer een halteplaats voor de trein te laten worden en in 1910 treffen we zijn naam aan als lid van een comité dat hulp verleent aan gezinnen van stakende textielarbeiders van de fabriek Eilermark. Met nadruk stelt het comité dat men geen standpunt inneemt ten aanzien van de staking zelf; het gaat erom gezinnen die zonder inkomsten zitten te ondersteunen.
Veel patiënten van Stam kunnen de rekening van de behandeling of van de medicijnen niet betalen. In het archief van de Protestantse Gemeente Glanerbrug worden nota’s bewaard van medische verrichtingen die Stam heeft verricht en die door de diaconie van de kerk aan Stam zijn voldaan.
Ondanks de vaak armlastige patiënten kan het echtpaar voldoende geld vrijmaken voor de bouw van een nieuwe woning met spreekkamer en behandelkamer vlak bij de kleine woning aan de Tolweg. Zo kan Stam mooi oog houden op de prachtige woning die er verrijst aan de Veenweg (nu Schipholtstraat). In 1906 kunnen Stam en zijn vrouw met hun twee dochtertjes, Nel (geb. 1904) en Adriana (geb. 1906) de nieuwe woning betrekken. Als in 1910 het gezin wordt verblijd met de geboorte van zoon Jan, lijkt het geluk in het prachtige doktershuis compleet.
Helaas kunnen de huisarts en zijn gezin niet lang genieten van hun prachtige woning; Cor Stam begint te sukkelen met zijn gezondheid. De klachten verergeren en hij moet naar het ziekenhuis in Groningen waar de diagnose maagkanker wordt gesteld. Aan de gevolgen daarvan overlijdt Cor Stam op 14 november 1911. Hij is 41 jaar oud geworden en heeft slechts acht jaar in Glanerbrug kunnen werken. Zijn overlijden maakt grote indruk en onder de Glanerbrugse bevolking wordt spontaan geld ingezameld voor een grafmonument op begraafplaats Doodenzorg. Burgemeester Stroink van Lonneker onthult het monument en herdenkt de overleden huisarts als volgt:
“Hij was niet slechts geneesheer, ook als meegevoelend mensch nam hij deel aan het wel en wee zijner patiënten. Hoezeer hij zichzelf reeds een onvergankelijk monument in de harten zijner medeburgers had weten op te richten, was het de nog onuitgesproken wensch dit graf der vergetelheid te ontrukken opdat later, den vreemdeling, dezen hof des vredes betredende, het kind aan den hand zijner ouders, kon worden gewezen, de laatste rustplaats van een mensch, die bij getrouwe vervulling van zijn plicht, steeds mensch in den besten zin des woords was gebleven.”
Voor het gezin van de overledene breken moeilijke tijden aan. Theodora Stam kan onmogelijk de kosten van het prachtige huis opbrengen en verruilt met haar drie jonge kinderen de prachtige woning in Glanerbrug voor een huurwoning aan de Haaksbergerstraat in Enschede.
Als in 1934 diverse Glanerbrugse straten een nieuwe naam krijgen, wordt als eerbewijs aan de eerste huisarts van het dorp de Schweizerweg omgedoopt in Dokter Stamstraat. Een naam die ook na negentig jaar nog staat als een huis.
Bronnen:
archief van de familie Stam
archief van de Historische Kring Glanerbrug
Met dank aan Frans Kötter voor het leggen van de eerste contacten met de familie Stam.