DOKTER SCHUTTER
We willen zeker niet vergeten wat dokter Schutter voor Glanerbrug betekend heeft!
Dokter J.J.W.F. Schutter mag dan wel geen echte oorlogsheld geweest zijn, toch heeft hij zich zeker in die jaren zeer verdienstelijk gemaakt, met alle risico’s van dien!
Hij werd in 1911 in Amsterdam geboren, heeft z’n medische studie met succes doorlopen en slaagde in februari 1940 voor arts aan de Universiteit van Amsterdam.
Op 16 april 1940 trouwde hij in het Limburgse Gulpen en vertrok daarna naar het grensplaatsje Glanerbrug in Overijssel. Het jonge stel wist niet waar het terecht kwam en ze dachten dat het Glanerburg moest zijn!
Hij nam op Heldersplein 1-3 de praktijk van dokter Eshuis over en heeft daar veertig jaar met veel plezier zijn werk verricht (1940-1980). Hij stopte op 69-jarige leeftijd, want 65 was voor hem geen optie. Het Glanerbrug van die tijd (uitgezonderd de oorlogsjaren uiteraard) was zo gek nog niet.
Het was er gezellig, men leefde met elkaar mee in droeve en vrolijke tijden. Natuurlijk waren er verschillen: ten noorden van de Rijksweg (de Straot) woonden over het algemeen veel rooms-katholieken en ten zuiden van die hoofdstraat waren ze overwegend protestant.
Schutter had meest katholieken in zijn praktijk. Dokter Oldeboom en dokter Schutter waren in die tijd de huisdokters. Oldeboom, die een grote grijze baard had, reed op een motorfiets met grote gummibal als toeter, door het dorp. Schutter ging eerst op de fiets. Later reed hij ook op zo’n motorfiets met gummibal door Glanerbrug. Maar dat heeft niet zo lang geduurd, want enige tijd daarna had de dokter een auto met een dak dat open kon. Hij deed graag kleine operaties, waar hij bekend om stond. Toen hij een keer in een voetbalwedstrijd voor een liefdadigheidsdoel meespeelde kon de verslaggever, mogelijk van dagblad Tubantia, het niet nalaten te vermelden dat dokter Schutter als een chirurgenmes door de vijandelijke linies heen sneed.
Hij heeft zich in die oorlogsjaren als jonge arts en goede Nederlander correct gedragen en nuttig werk verricht.
Hieronder volgt een opsomming van Paul, de jongste zoon van dokter Schutter over anekdotes, incidenten en belevenissen in die oorlogsjaren: Dokter Schutter had wel een beetje het uiterlijk van een jood en moest daarom toch diverse keren onderduiken.
Als hij met zijn fiets (esculaap op het stuur) en het valies achterop door Glanerbrug fietste werd regelmatig de opmerking gehoord: “zeker een vluchtende jood”. Op een avond toen het weer zover was ging hij naar de familie Weierink in de Beekhoek. De heer des huizes zei tegen de dokter dat hij maar naast zijn vrouw in bed moest gaan liggen. Daar zouden de Duitsers nooit zoeken! Een andere keer moest hij onderduiken en is toen terechtgekomen bij de familie Van Heek op het Hoge Boekel. Na afloop vertelde hij aan zijn vrouw dat, toen hij daar een bad nam, ontdekte dat de kranen van goud waren (weinig onderhoud!)
Hij werd regelmatig opgetrommeld als er gewonde piloten of verzetsmensen in nood waren, met name bij de boerderij Hölterhof in het Aamsveen. De bewoners van die boerderij, de familie Kempers, meldden zich iets verderop bij de Duitsers in villa Hölterhof met het smoesje van: Die alte Grossmutter ist wieder so krank, ich möchte gern den Artz anrufen”.
Glanerbruggers die te werk zouden worden gesteld in Duitsland, werden door hem ziektes “bezorgd” door ze een flesje Crotonolie te geven waardoor het leek dat ze een geslachtsziekte hadden en ze daarom niet naar Duitsland hoefden. Ook heeft hij geprobeerd om Duitse artsen met koffiebonen en jenever om te kopen, om mensen die voor Arbeitseinsatz de grens over moesten, alsnog af te laten keuren, zodat ze weer terug werden gestuurd. Bernard Muller (PTT) werd twee maanden tewerkgesteld in Epe. Door een briefje van dokter Schutter met als tekst o.a.: kan niet gemist worden bij de Post; groot gezin en slechte gezondheid, lukte het hem weer terug te krijgen in Glanerbrug. Zoon Willy kan zich herinneren dat Pa opgelucht terugkwam uit Duitsland met een grote tas vol appels, wat in die tijd een lekkernij was.
Ook kapper Bernard Koenders wist te profiteren van een “recept” van de Glanerbrugse arts. Tijdens de oorlog werd ook het echtpaar Schutter, zoals velen, verplicht om onderdak te verschaffen, in dit geval aan een Duitse officier, die later bij gevechtshandelingen in het Westen is omgekomen. Nederlandse krijgsgevangenen die weer terugkwamen en tijdelijk opgevangen werden in het Redemptoristenklooster aan de grens hadden soms de meest vreselijke ziektes onder de leden; dus was er veel werk aan de winkel.
Vlak voor de oorlog had dokter Schutter van zijn schoonvader, die apotheker en burgemeester in Gulpen was, een kistje wijn gekregen. Hij wilde niet dat de Duitsers beslag zouden leggen op de wijn, dus begroef hij die wijn in zijn tuin. Helaas wist hij na de oorlog niet meer waar hij de wijn had begraven. Die moet nu nog ergens in de grond aan de Dokter Schutterstraat liggen!
De huwelijkscadeaus die het echtpaar Schutter had gekregen zijn in de meidagen van 1940 door Glanerbruggers naar het Olafklooster gebracht. Pas na de oorlog kwamen die weer boven water zodat ze die in 1945 alsnog konden uitpakken.
Els Lurvink, jarenlang een trouwe vriendin van de oudste dochter van dokter Schutter, Tilly, memoreerde onlangs nog in ‘n Sliepsteen (kwartaalblad van de Stichting Historische Sociëteit Enschede-Lonneker) hoe het in huize Schutter zo rond 1950/60 aan toe ging.
Nog zie ik in gedachten het oude, imponerend grote doktershuis aan het Heldersplein. Vele gezellige vriendinnenuren hebben Tilly en ik ons hier vermaakt. Het samen eten aan die grote tafel bracht vele gesprekken op gang. Maar daarna werden wij-de kinderen- door Sientje aan het vele afwaswerk gezet. Sientje, de huishoudelijke hulp in het gezin, heeft ons bijgebracht hoe wij dat karwei moesten opknappen. Jaren later werd ik op een heel andere wijze bij Glanerbrug betrokken. Wij woonden toen heel erg dicht bij het dorp. De zorg voor ons gezin bracht met zich mee dat er vaak boodschappen gedaan moesten worden. Dat stuk van de Gronausestraat met zijn vele soorten winkels leende zich daar uitstekend voor. Groenteboer Dapper, bakker Oonk, de fietsenmaker, de slagers, diverse kledingwinkels, de schilderswinkel van Koopmans, het postkantoor, de schoenwinkel, kapsalon Gea, snackbar Annie en de fleurige bloemenwinkel van Maas gaven aan de straat een zakelijke en boeiende uitstraling. Kortgeleden–we hadden inmiddels al een hele tijd een andere woonplek–moest ik zomaar weer eens in Glanerbrug zijn. Met een vertrouwd gevoel reed ik nu naar het bekende dorp. Vol verbazing zag ik toen dat stukje Gronausestraat terug. Het was door de tijden heen omgetoverd tot een prachtige straat. Een bomenrij aan twee kanten waarachter de bedrijvigheid van het winkelend publiek verscholen ligt. Het was alsof het dorp me liet weten: “Vergeet al die vooroordelen over dat grensvolk, ook ik ga met de tijd mee”.
Glanerbrug, een dorp waar de inwoners toen en nu (nog steeds) trots op kunnen zijn!
Dokter Schutter en z’n vrouw zijn resp. in 1989 en 2003 overleden en hun kinderen zijn uitgevlogen; de jongste zoon Paul en zijn vrouw Veronica wonen nu in het ouderlijk huis (v/h ‘t Schutterskamp).
In 2013 werd een deel van het Heldersplein omgedoopt tot Dokter Schutterstraat als eerbetoon aan hem. Een en ander mede op advies van de Historische Kring Glanerbrug. Immers niet alleen op medisch gebied, maar ook in het maatschappelijk en kerkelijk leven is hij een flinke rol van betekenis geweest.
En zo worden we nog tot in lengte van jaren aan Dokter Schutter herinnerd. Ieder op z’n eigen manier. Ik heb de eerste 27 jaren van mijn leven onder zijn (medische) hoede gestaan. En wat ik mij persoonlijk van hem herinner is dat hij meestal het probleem zelf goed en snel oploste. Voor een kies trekken hoefde je niet per se naar de tandarts. Hij deed niet moeilijk en was heel direct; voor dat je het wist had je een spuit in je bil of arm; de uitleg kwam later wel….
Benno Kamphuis