Lagerlied  (wijze Edelweis)

1
In Neunkirchen in het lager,
Zijn de jongens van de Brug.
Zij worden wel wat mager,
Maar zijn nog altijd vlug.
Het eten is er weinig,
Toch maken ze plezier.
Niet een is sacherijnig,
Er is steeds veel vertier.

refrein:
Maar, eenmaal komt de dag,
Dat ik weer naar huis toe mag.
Holarie ja holala,
Holarie ja ho.

2
Om zes uur is het opstaan,
Om acht uur rukt men uit.
En wie er dan niet mee wil gaan,
Die blijft maar lekker thuis.
Ze gaan de boer op schooieren,
Kartoffeln worst en spek.
,t wordt alle dagen mooier,
Maar het is nog lang niet gek.
refrein:

3
Op zolder wordt in stilte,
,n grote pot gekookt.
En ligt men daar te rillen,
Dan wordt men daar gerookt.
Toch is er in ons lager,
Altijd een goede geest.
Ons leed is wel te dragen
Al is er dan geen feest.
refrein:

4
Toch zullen wij heel blij zijn,
Als het afscheidsuur zal slaan.
En allen in gezondheid,
Weer naar de Brug toe gaan.
Ja elkeen uit het lager,
Zingt dan vol pret en gijn .
Al is men dan ook mager,
Toch zingt men dit refrein.

refrein: 2x
Maar, eenmaal komt de dag,
Dat ik weer naar huis toe mag,
Holarie ja holala,
Holarie ja ho.