Nieuw boek Historische Kring Glanerbrug: ‘Van vlakbijl tot internet’
In november 2020 besloten de leden van de Historische Kring Glanerbrug de geschiedenis van het grensdorp vanaf de prehistorie tot heden in beeld te brengen. Veel tijd en energie werd in dit uitdagende project gestoken met als resultaat een lijvig boek dat op 12 november zal worden gepresenteerd aan tv-presentator en oud-Glanerbrugger Erik Dijkstra.
In het eerste artikel over het nieuwe boek dat eind juni in de Grensstreek was te lezen gaat het boek terug naar de prehistorie. In Twente zijn door gletsjers stuwwallen gevormd. En op diverse plaatsen zijn zwerfkeien achtergebleven die door de eerste bewoners werden gebruikt om gereedschappen van te maken. Bodemvondsten toonden aan dat mensen in de buurt van Glanerbrug hebben geleefd. Zo is rond 1930 ergens op het huidige Bultserve de kop van een stenen landbouwwerktuig aangetroffen.
In het tweede artikel dat eind september in de Grensstreek verscheen, beschreven de auteurs in het boek hoe Glanerbrug meer vorm begint te krijgen. Tot 1875 bestaat Glanerbrug voornamelijk uit een aantal erven. Van woningbouw is dan nog geen sprake. Met de opsomming van alle erven zowel aan de noordkant als de zuidkant van de Gronausestraat hebben we een redelijk beeld van Glanerbrug tot pakweg het jaar 1875. In het vervolg van het boek richten de schrijvers zich ook op een aantal persoonlijke verhalen.
In dit derde artikel passeren een aantal van die persoonlijke verhalen kort de revue. Zo kunnen we lezen over de herinneringen van Trui Kötter – Oude Spekhorst (1885 – 1975). Als jong meisje werkte ze bij slager Muller waarvoor ze bestellingen wegbrengt. Ze komt ook terecht bij de Krasschenbergs. In 1971 schrijft ze over deze bewoners van het Bultserve dat ze de indruk hadden dat ze het erg armoedig hadden. “Maar ze waren heel erg aardig tegen mij. Ik heb er ook wel eens een kop koffiegedronken.”
Stormachtige groei
De stormachtige groei van de textielindustrie aan het eind van de 18de en begin van de 19de eeuw betekende ook een explosieve groei van het dorp Glanerbrug. Tal van arbeiders uit de verarmde regio’s van ons land zoeken werk bij Eilermark of een van de andere textielfabrieken in Enschede en Gronau.
Zo wordt de in Zuidoost Friesland woonachtige Wieger Oord door Jan Doeven geronseld die in opdracht van Duitse textielfabrikanten naar het Friese Westellingerwerf is afgereisd. In een krantenartikel uit 1960 vertelt hij hoe hij de overstap van Friesland naar Glanebrug heeft ervaren: “Bij mijn aankomst in Gronau zat directielid Hendrik van Delden me op te wachten. Hij zei me dat ik me de daaropvolgende maandagmorgen maar bij de portier moest gaan melden. Ik ben begonnen als aanloper voor een loon van negen gulden per week. Na drie jaar werd ik spinner en kreeg drie gulden meer!’
Wieger werkte 25 jaar inde spinnerij bij Van Delden. Vervolgens werd hij ziekencontroleur bij dezelfde firma en daarna verzekeringsagent en aanspreker bij ‘Onderlinge Hulp’.
Het gezin Gerrit en Afke Beun – Mandemaker verhuist in die periode van Frederiksoord naar Glanerbrug. Het gezin vindt een woning aan de Bultsweg en werk bij Eilermark. Aanvankelijk vinden Gerrit en zijn zoons werk bij bierbrouwerij Rolinck in Burgsteinfurt, maar al snel wordt Eilermark hun werkgever. Dat bevalt en betaalt beter.
Nog meer migranten uit (ver)armde delen van Nederland
In het boek worden nog meer migranten genoemd die vanuit een (ver)armd deel van Nederland naar Glanerbrug verkasten.
Vanuit Veenendaal komen Jan Stuivenberg en zijn vrouw Hendrika met hun gezin naar Glanerbrug. Een van de kinderen is Teunis. Hij is in Veenendaal geboren maar vindt in Glanerbrug de liefde en trouwt met een andere ‘migrant’: Johanna Schippers. Ze krijgen in totaal zes zoons waarvan Teun Stuivenberg, de ‘Peppone van De Brug’ wel de bekendste is. Teun is een markant raadslid namens de CPN en een markant wethouder. Hij is wars van politieke spelletjes en recht voor de raap.
Glanerbrug trekt door de explosieve groei van de textielindustrie ook mensen uit de eigen (EU)regio. De schrijvers vervolgen bijvoorbeeld hun verhaal over het leven van Trui Kötter – Oude Spekhorst die haar kinderjaren opgroeide in Gammelke.
Als Trui 9 jaar oud is overlijdt haar vader. Dat betekent dat Trui van school moet om op het land te helpen. Op haar twaalfde gaat ze naar de fabriek van Gelderman in Oldenzaal. In 1899 besluit moeder naar Glanerbrug te verhuizen. Daar woont al familie en Trui kan aan het werk bij Eilermark. In de fabriek vindt Trui de liefde van haar leven: Gerhard Heinrich Kötter. Gerhard Heinrich is in 1882 geboren in Epe. Na drie jaar verkering trouwen ze en betrekken een nieuwe woning samen met de moeder van Trui en haar tweede echtgenoot in de Beekhoek.
“Van vlakbijl tot internet’ is een lijvig en rijk geïllustreerd boek dat in een oplage van 500 exemplaren in november van dit jaar verschijnt. Het boek is tot stand gekomen dankzij de inbreng van HKG-leden Frits Hardick, Benno Kamphuis, Albert Kroes, Joop Kwakman, Willie Meester, Kobus Poort en Conny Wubs. De lay-out is verzorgd door Elly Meester- Wielinga. Kosten: € 19,95. Het boek is in november te koop bij Primera Jan Haast en drogisterij Hardick. Ook kunt u het boek via internet bestellen bij HKG-voorzitter Willie Meester wmeester@home.nl
Dit artikel is overgenomen uit De Grensstreek